Reclameblindheid op web bestaat niet claimt onderzoek

”Goed nieuws voor internetadverteerders: het verschijnsel banner blindness bestaat niet. Volgens deze al vijftien jaar oude theorie negeren webbezoekers onlineadvertenties (banners) volledig.” Nee, dit zinnetje is niet geschreven door de advertentiewervers van dit blog, Reclamewereld, haha, maar haal ik uit de Amsterdam krant Het Parool van gisteren. Onderkop: ”Amsterdams bureau ontdekt manier om waarde van banners te berekenen.” Dat bureau heeft de theorie voor het eerst getest bij vijf onlinekranten via de m.i. betrouwbare eyeball tracking-methode. ”Tot verrassing van Martin Leeflang, mede-oprichter van Validators, bleek banner blindness vrijwel niet voor te komen,” aldus de krant. Hoop niet dat het onderzoek is betaald door de vijf dagbladen waarvan de sites zijn onderzocht, want anders zou je bijna een gevalletje-WC Eend vermoeden. Zó goed komen de uitkomsten van dat onderzoek ze uit Meer in overlees.Validators’ Martin Leeflang, geciteerd door Het Parool gisteren: ”Uit onderzoek blijkt dat liefst 72 procent van de proefpersonen zijn oog heeft laten vallen op de onderzochte banners. Voor het eerst is het bewijs geleverd: banner blindness bestaat niet.” Een ander opmerkelijke uitkomst is, volgens het artikel: hoe groter de webadvertenties, des te beter zij bekeken worden [raakt je de koekoek -red].

De onderzoekers bestudeerden het lees- en kijkgedrag van 25 proefpersonen bij de vijf genoemde dagbladen. Dat zijn Het Brabants Dagblad, Het Financieele Dagblad, NRC Handelsblad, De Telegraaf en de Volkskrant. Hierbij gebruikten zij een zelf ontworpen systeem van eye ball tracking: speciale software en camera’s volgen de bewegingen die het oog maakt over de webpagina. Daarbij bleek dat de webbezoekers vaak eerst de kopteksten boven de stukken scannen. ”Maar de plaatjes die de onderwerpen illustreren worden twee keer minder goed bekeken dan de koptekst. De plaatjes kunnen online fungeren als lokkertjes voor een onderwerp, maar ze zijn niet in staat de rol van koppen te vervangen, zegt Leeflang, nog steeds in Het Parool.

Vorig jaar ontdekten de onderzoekers al dat grote advertenties in papieren dagbladen beter gelezen èn onthouden worden. ”Uit dit nieuwe onderzoek blijkt dat grote banners aanzienlijk meer aandacht trekken dan kleine. Dit maakt het voor adverteerders mogelijk de waarde van een banner te bepalen door simpel tellen van het aantal pixels dat hij groot is.”

Leeflang van onderzoekbureau Validators houdt een slag om de arm voor andere websites. ”Wij zijn erg benieuwd naar het effect van banners op andere media en platforms zoals Facebook. Heeft General Motors een fout gemaakt door op te stappen als adverteerder bij Facebook?” Aldus Het Parool van dinsdag.

 

UPDATE

Van de site van het bureau geplukt:

”Medio 2011 heeft Validators onderzoek gedaan naar de effectiviteit van dagblad-advertenties, in opdracht van Cebuco [de marketingorganisatie van de NL dagbladpers-red.]. Bij dit onderzoek is slim gebruik gemaakt van de combinatie van passief meten (eye-tracking) en bevraging (interviews).

Het onderzoek heeft bruikbare learnings voor commerciële communicatie opgeleverd. Dankzij de vernieuwende aanpak en de praktische bruikbaarheid heeft het onderzoek internationale erkenning gekregen (Esomar nominatie).”

 

 

 

 

Lees ook:‘Vrolijke commercial dubbel effectief’ blijkt uit onderzoek
Lees ook:Onderzoek: Helaas waar, irritante online reclame blijkt effectief
Lees ook:Meer leenbanners dan voorheen voldoen aan reclameregels AFM
Lees ook:‘Die adblocker is er omdat wij er een zooitje van hebben gemaakt’ zegt Arno Peperkoorn
Lees ook:Britse dagbladen: voor ‘t eerst minder reclame-omzet dan internet